Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Ons laatste Nieuws
Bekijk alle nieuwsberichten op farmaactueel.nl
21 mrt
Tariefinkomsten apotheken in 2012 gedaald
Tot en met 2011 stelde de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) in opdracht van de overheid de tarieven voor de terhandstelling van receptplichtige geneesmiddelen vast. Vanaf 2012 heeft de overheid daar de handen vanaf getrokken en de hoogte van de tarieven aan de markt overgelaten. Apothekers waren voor de tarieven voor de terhandstelling van receptplichtige geneesmiddelen uit het basispakket vanaf dat moment afhankelijk van onderhandelingen met zorgverzekeraars. De uit deze tarieven voortkomende omzet is veruit de belangrijkste bron voor de inkomsten van openbare apotheken. De in 2012 geconstateerde daling van 1,4% voor de gemiddelde apotheek heeft, afgezet tegen een toename van de kosten, een grote impact op het bedrijfsresultaat.
Oude prestaties
Ondanks het loslaten van de tarieven heeft de overheid wel de gedifferentieerde tariefstructuur in stand gelaten, die vanaf medio 2008 van kracht was. De prestaties die de apotheken in rekening mogen brengen voor de terhandstelling van receptplichtige geneesmiddelen zijn per 2012 opnieuw omschreven, maar de naamgeving is niet gewijzigd. Centraal staan de prestaties voor de standaardterhandstelling en voor de terhandstelling van geneesmiddelen in een weekdoseersysteem. Daarnaast gelden aanvullende prestaties voor eerste uitgiften, voor terhandstelling in de avond en nacht of op zondag en voor (bijzondere) bereidingen.
Nieuwe prestaties
Naast de prestaties voor terhandstelling zijn er per 2012 ook nieuwe prestaties tot het basispakket toegelaten. Het gaat hierbij om: het geven van een instructie voor de werking van een hulpmiddel dat nodig is voor de toepassing van een receptplichtig geneesmiddel, het met een patiënt bespreken van de beoordeling van chronisch geneesmiddelengebruik en het verzorgen van de farmaceutische begeleiding bij opname in of ontslag uit het ziekenhuis of bij polikliniekbezoek. Verzekeraars hebben deze farmaceutische begeleiding rond ziekenhuisbezoek overigens niet of nauwelijks gecontracteerd. Om de vaststelling van tarieven voor de gecontracteerde nieuwe prestaties nog even voor zich uit te schuiven, hanteerden verzekeraars voor de meeste hulpmiddelinstructies en medicatiebeoordelingen een nultarief. Apotheken moesten de prestaties wel declareren, maar de bekostiging van deze prestaties maakte onderdeel uit van de tarieven voor het verstrekken van receptgeneesmiddelen.
Budgettair neutraal
Voor veel verzekeraars was een budgettair neutrale overgang van de tariefinkomsten van apotheken een uitgangspunt dat prominent terugkwam in de contracten. Verzekeraars verlaagden daartoe de tarieven zodanig dat de verwachte groei van het geneesmiddelengebruik voor gelijkblijvende tariefinkomsten zouden zorgen. Vanuit het perspectief van de verzekeraar pakt dit nog wel budgettair neutraal uit voor de tariefuitgaven, maar voor apotheken is zo’n benadering verre van kostenneutraal. Gelijkblijvende tariefinkomsten bij een hoger geneesmiddelengebruik gaan immers gepaard met hogere kosten, alleen al vanwege de inzet van meer personeel. Daarnaast moet ook dekking gevonden worden voor andere (jaarlijkse) kostenstijgingen. In de praktijk bleef de groei van het geneesmiddelengebruik achter bij de verwachting. Uitgedrukt in standaarddagdoseringen (DDD’s) bedroeg de groei 2,3%. Weliswaar nam het aantal verstrekkingen sterker toe, maar dit bleek onvoldoende om de daling van de tariefbedragen te compenseren. De resultante was een daling met gemiddeld 1,4%. Dit komt neer op een bedrag van € 8.000 per apotheek. Er zijn daarbij grote verschillen tussen apotheken. Bij slechts 10% van de apotheken blijken de tariefinkomsten in 2012 nagenoeg gelijk aan die in 2011. Voor 58% van de apotheken geldt een terugval van de tariefinkomsten, die kan oplopen tot 15%. Voor 32% van de apotheken namen de tariefinkomsten toe.
figuur 1: Aantal apotheken in procenten naar de procentuele mutatie van de tariefinkomsten 2012/2011
Bij het merendeel van de apotheken daalden de tariefinkomsten in 2012.
Tel er bij op de afgenomen inkoopmarge door preferentie, prijsverlagingen, kunstmatige prijsbevriezing etc, en je komt op een heel ander getal uit.
Tel daar bij op de kostenstijgingen die niet werden en worden gecompenseerd en de teuggang in brutowinst bedraagt voor een modale apotheek al gauw twee fte' s!
Plaats maar eens een personeelsadvertentie. Je hebtbdagen werk om alle acties uit te sorteren.
Het lijkt er steeds meer op dat het SFK onze cijfers misbruikt om aan te tonen dat het allemaal zo erg niet is.
Geld verdienen met onze gratis ter beschikking gestelde cijfers en ze daarna, uit het verband gerukt ,tegen ons gebruiken.
Wellicht is het een idee onze volgende batch van een leuk virusje te voorzien.
Uiteraard volledig gratis.
SFK vergeet de margedaling, de dalende inkomsten inco.
Iedereen moet inleveren zal een politicus denken dus zeker de apotheker.
Ik dacht dat JzA de Alexanderstraat verlaten had, maar de vazallen Tinke en Hermans blunderen vrolijk verder.
Ander distributie model voor de doosjes dan het huidige model van klassieke stenen apotheken zien ze wel zitten.
Als het maar doelmatiger wordt: kosten lager. Dat de verkopende partij dan vooraf beweerd dat de kwaliteit ook nog beter wordt, lopen de ogen vol met euro tekens. De vergroting van het verschil tussen geraamde schadelast en de daadwerkelijk gerealiseerde schadelast kan nog groter worden gemaakt; dat verschil mogen de verzekeraars zelf houden. Economische prikkels zijn bij verzekeraars niet tegen dovemansoren gezegd. Prijsopdrijvend effect van de private uitvoering van het zorgstelsel door de verzekeraars is evident. Dat is ook de OESO bekent en het voornaamste nadeel van private uitvoerders: de uitvoerders zelf zijn gevoelig voor economische prikkels voor hen zelf!
A Klink kwam er in 2008 achter na een gesprek met zijn USA collega Sebelius. De schellen vielen hem van de ogen. Schaamde zich diep. Hij was immers de architect van het systeemmodel!
Stijging van winsten door verzekeraars is gegarandeerd. De daarmee omgekeerd evenredige daling in inkomsten zorgaanbieders en helemaal de winsten bij deze zorgaanbieders is daarbij inbesloten. Dat is de zero sum.
Budget wordt immers bepaald door een derde partij!
Voor de KNMP blijft het spelletje een mysterie.
Verdienmodel en prikkel voor zorgverzekeraars in het zero sum game dat het zorgstelsel 2006 in effect is bestaat uit het creeeren van een zo groot mogelijk verschil tussen de geraamde schadelast en de daadwerkelijk gerealiseerde schadelast.
En dat verschil was in 2012 zeer groot! Budgetneutraal was de insteek van ZN/ZN-leden, daar is de KNMP ingestonken; men leze de speech van Jan smits erop na; er gaat niet zoveel veranderen in 2012. Die garantie hebben wij van ZN/ZN-leden gekregen. Niemand is ermee gebaat.
Dat hebben we gemerkt.
En voor 2014? Rik van der Meer houdt vast aan de 'prestatie bekostiging" en differentiatie in tarieven. Hij hoopt wel dat het beter gaat werken.
Hopeloos. Iemand moet hem de speltheorie maar eens gaan uitleggen.
Blijf op de hoogte
Wilt u altijd op de hoogte blijven van de laatste veranderingen en nieuws over Farma-actueel? Vraag de nieuwsbrief aan door uw e-mailadres hieronder in te vullen.