Ons laatste Nieuws


Bekijk alle nieuwsberichten op farmaactueel.nl 


19 nov

Samenwerken aan veilige overdracht van medicatiegegevens

Op 1 januari 2011 moeten alle zorgverleners voldoen aan de Conceptrichtlijn Overdracht van Medicatiegegevens in de keten (die dan geen concept meer zal zijn). Zij moeten dan een protocol hebben (én toepassen) waarin zij samen met hun mede zorgverleners hebben beschreven hoe zij zorgen dat er altijd een actueel medicatieoverzicht aanwezig is bij elke patiënt. De Inspectie voor de Gezondheidszorg zal hierop in 2011 gaan toetsen.(Persbericht)

Op 1 januari 2011 moeten alle zorgverleners voldoen aan de Conceptrichtlijn Overdracht van Medicatiegegevens in de keten (die dan geen concept meer zal zijn). Zij moeten dan een protocol hebben (én toepassen) waarin zij samen met hun mede zorgverleners hebben beschreven hoe zij zorgen dat er altijd een actueel medicatieoverzicht aanwezig is bij elke patiënt. De Inspectie voor de Gezondheidszorg zal hierop in 2011 gaan toetsen. De Inspectie heeft in april 2010 een brief gestuurd naar alle zorgverleners om hen hierop te attenderen.

 

Initiatief

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft in 2005 het initiatief genomen om de kennisorganisaties, beroepsgroepen, branche- en koepelorganisaties in de zorg uit te nodigen om mee te werken aan het opstellen van een conceptrichtlijn voor veilige overdracht van medicatiegegevens.

Ondanks de aanwezigheid van verschillende (veld)normen voor het organiseren van goede, veilige en kwalitatieve farmaceutische zorg, welke wettelijk zijn vastgelegd, constateerde men dat de overdracht van medicatiegegevens daarin toch nog onvoldoende is opgenomen. Bestaande normen en richtlijnen gelden met name voor de situatie binnen een zorginstelling en voorzien onvoldoende in de overdracht van medicatiegegevens van de ene zorgaanbieder naar de andere zorgaanbieder.

 

HARM-onderzoek

Het Instituut voor Farmaceutische Wetenschappen van de Rijksuniversiteit Utrecht voerde in 2006 op verzoek van de Orde van Medisch Specialisten en de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers het 'Hospital Admissions Related tot Medication (HARM) onderzoek uit. In deze observationele studie werd aan de hand van internationale criteria beoordeeld in hoeverre de waargenomen geneesmiddelgerelateerde ziekenhuisopnamen potentieel vermijdbaar waren geweest.

De frequentie van geneesmiddelgerelateerde ziekenhuisopnames (een opname kan veroorzaakt worden door een bijwerking van een geneesmiddel, een verkeerd geneesmiddel voor de desbetreffende patiënt, door verkeerd gebruik van het geneesmiddel of het niet gebruiken van een geneesmiddel) was 2,4% van alle ziekenhuisopnames en 5,6% van de acute opnames.

Van deze opnames werd 46% als potentieel vermijdbaar beoordeeld. Geextrapoleerd naar heel Nederland betekent dit 41.000 geneesmiddel gerelateerde ziekenhuisopnames, en 19.000 potentieel vermijdbare opnames per jaar. De geschatte kosten hiervan zijn ruim 85 miljoen euro per jaar.

Het HARM-onderzoek bevestigde hiermee de stelling van IGZ over de gebrekkige overdracht van medicatiegegevens.

 

Conceptrichtlijn

De opstellers van de conceptrichtlijn zijn: ActiZ, GGZ Nederland, IGZ, KNMG, KNMP, LEVV, LHV, NFU, NHG, Nictiz, NPCF, NVVA, NVZ, NVZA, Orde, V&VN, VWS en ZN.

FNT, NMT en VGN sloten later aan.

De opstellers hebben op 6 december 2007 consensus bereikt over de conceptrichtlijn en vrijgegeven voor bestuurlijke autorisatie door de organisaties die zij vertegenwoordigen. In de vergadering van 16 april 2008 zijn door de stuurgroep alle ontvangen reacties besproken en is besloten dat er voldoende basis en draagvlak was om met het implementatietraject te starten.

De conceptrichtlijn was met deze autorisatie door de achterban van de opstellers niet direct van toepassing. De veldpartijen spraken met elkaar een traject af, waarin de conceptrichtlijn naar de eigen lokale situatie vertaald zou moeten worden, en waarin de tijd genomen kan worden om deze overdracht van medicatiegegevens goed voorbereid in te bedden in het veiligheidsmanagementsysteem (VMS), in verschillende processen, kwaliteitskaders en indicatoren. Tot die tijd behoudt de richtlijn de status 'concept'.

 

De kern

Doel van de conceptrichtlijn is het voorkomen van fouten bij overdracht van medicatiegegevens en het vergroten van de patiëntveiligheid doordat zorgprofessionals in de samenwerkende keten altijd over een actueel medicatieoverzicht beschikken.

De conceptrichtlijn is van toepassing op elke situatie waarin medicatie wordt voorgeschreven, gewijzigd of gestopt en op elke situatie waarin medicatie ter hand wordt gesteld of door professionals wordt toegediend.

De conceptrichtlijn is aanvullend op alle andere veldrichtlijnen, veldnormen en kwaliteitskaders die de farmaceutische zorg beschrijven.

In de (concept)richtlijn staan 3 basisafspraken:

  • 1. Bij elk contact met een voorschrijver is er altijd een actueel medicatieoverzicht beschikbaar waarop het medisch handelen wordt gebaseerd.
  • 2. Bij een spoedopname is er zo snel mogelijk, maar zeker binnen 24 uur, een actueel medicatieoverzicht beschikbaar.
  • 3. Bij overdracht naar de volgende schakel is zo snel als nodig is voor verantwoorde zorg, maar zeker binnen 24 uur, het actuele medicatieoverzicht beschikbaar.

 

Lokale situatie

Elke zorgaanbieder/zorgverlener stelt samen met de collega-zorgverleners voor zijn lokale situatie een protocol 'overdracht van medicatiegegevens' op, dat gebaseerd is op deze conceptrichtlijn en voor de eigen situatie aangeeft op hoe de overdracht van medicatiegegevens en daarmee de beschikbaarheid van een actueel medicatieoverzicht in het zorgverleningproces is verankerd.

Dit protocol wordt geborgd in het veiligheidsmanagementsysteem of het kwaliteitsysteem van elke betrokken zorgaanbieder/zorgverlener.

 

Het medicatieoverzicht

Het medicatieoverzicht is de registratie per patiënt van alle geneesmiddelen (al dan niet op recept) en relevante gegevens over het gebruik daarvan in een periode van tenminste drie maanden voorafgaand aan het moment van aanmaak en gebruik van dat medicatieoverzicht of zolang als nodig is voor verantwoorde zorg.

In het medicatieoverzicht staan ten minste de volgende gegevens:

  • 1. Voorgeschreven, ter hand gestelde, toegediende en gebruikte medicatie, de sterkte, dosering en de toedieningsvorm van het geneesmiddel, gebruiksperiode, inclusief eventuele vermelding dat het gebruik van een geneesmiddel voortijdig is gestopt.
  • 2. Gebruik van alcohol en/of drugs (aard en duur)
  • 3. De reden van starten/stoppen/wijzigen van medicatie en de initiator hiervan.
  • 4. 1e voorschrijver en actuele voorschrijver.
  • 5. De apotheken die deze geneesmiddelen hebben verstrekt.
  • 6. Basale patiëntkenmerken: Burger Service Nummer (BSN), naam, geboortedatum, geslacht en adres van de patiënt.
  • 7. Afgeleide of indien beschikbaar contra-indicatie onderdeel comorbiditeit.
  • 8. Afgeleide of indien beschikbaar contra-indicatie onderdeel geneesmiddelallergie/intolerantie en ADE (ernstige bijwerkingen)

 

Op aanvraag kunnen de volgende gegevens worden verstrekt:

  • 9. Laboratoriumgegevens.
  • 10. Indicatie, indien nodig om de dosering te kunnen beoordelen.

 

De inhoud van het actuele medicatieoverzicht is overigens in 2005 al gedefinieerd door Nictiz bij de vaststelling van het elektronisch medicatiedossier.

 

De noodzaak

De feiten (19.000 potentieel vermijdbare ziekenhuisopnames per jaar) laten onomstotelijk zien dat het noodzakelijk is om te werken aan het vergroten van de medicatieveiligheid, ondersteund door ICT.

De noodzaak om de medicatieveiligheid voor de patiënt te waarborgen wordt dan ook door alle (zorg)partijen onderkend en medicatieveiligheid staat al enkele jaren hoog op de prioriteitenagenda van de Inspectie en het ministerie van VWS.

Het doel van het veiligheidsprogramma VMS, een initiatief van 93 ziekenhuizen, is het verbeteren van patiëntveiligheid in ziekenhuizen op korte termijn, waardoor binnen 5 jaar het aantal vermijdbare sterfgevallen en andere vermijdbare schade met 50% zal verminderen. Ook binnen de Care-sector (langdurige zorg en zorg thuis) en de Geestelijke Gezondheidszorg zal men na de recente c.q. geplande onderzoeken van de Inspectie interventies moeten plegen om het aantal medicatiefouten binnen deze zorg te verminderen.

 

Toekomst

Goede communicatie is voor de zorg altijd essentieel geweest. En met het toenemen van het aantal zorgverleners rondom 1 patiënt, en het toenemend verkeer van patiënten tussen verschillende zorginstellingen, wordt goede afstemming nog belangrijker en krijgt het dan ook de laatste tijd steeds meer expliciete aandacht.

In de richtlijn staat dat je moet zorgen voor een actueel medicatieoverzicht op een bepaald

moment en binnen een bepaalde termijn. Maar er staat niet in hoe je dat moet doen. Het staat de zorgverleners vrij om te kiezen voor die middelen die het beste bij ze passen.

Om de richtlijn goed toe te kunnen passen zullen zorgverleners met elkaar in gesprek moeten gaan. Ze zullen samen naar een systeem moeten zoeken dat voor iedereen werkt en waarmee men kan voldoen aan de afspraken in de conceptrichtlijn. Alleen als iedere schakel in de keten zijn verantwoordelijkheid neemt en zijn bijdrage levert, kan er een verantwoorde en veilige medicatieoverdracht plaatsvinden, ongeacht de plaats waar de patiënt zijn zorg ontvangt. Dat betekent een verantwoordelijkheid voor de zorgprofessional en de zorgaanbieder, maar ook voor de patiënt zelf.

De inspectie zal de richtlijn als veldnorm gebruiken bij het uitvoeren van haar reguliere taken, zoals bij het onderzoeken van meldingen en calamiteiten. Daarnaast zal zij vanaf
1 januari 2011 langsgaan bij ketens van professionals en zorgaanbieders om te onderzoeken of de verantwoordelijkheden volgens de richtlijn zijn ingevuld en of er grote verschillen zitten in medicatieoverzichten. In principe worden alle typen zorgverleners en instellingen bezocht, maar men gaat beginnen in de eerste lijn en gaat daarbij uit van risicopatiënten en risicovolle processen. De risicogroepen die waarschijnlijk als eerste worden onderzocht zijn:

  • a. patiënten met diabetes
  • b. patiënten met cardiovasculaire aandoening
  • c. patiënten die methotrexaat of andere orale oncolyticamiddelen gebruiken
  • d. patiënten die antistollingsmiddelen gebruiken

 

Afhankelijk van wat de zorgverlener de Inspectie laat zien aan inspanningen voor en uitkomsten van een goede overdracht, zal men de zorgverlener beoordelen.

De Inspectie houdt geen rekening met het nog niet beschikbaar zijn van een elektronisch landelijk Medicatiedossier. De Inspectie is van mening dat een EMD het overdragen van informatie kan faciliteren, maar is niet noodzakelijk. Het is slechts een middel en een goede overdracht staat hier los van. De patiënt mag niet de dupe worden van het uitblijven van het EMD.

 

Samenvatting

Op 1 januari 2011 moeten alle zorgverleners voldoen aan de Conceptrichtlijn Overdracht van Medicatiegegevens in de keten. Zij moeten dan een protocol hebben (én toepassen) waarin zij samen met hun mede zorgverleners hebben beschreven hoe zij zorgen dat er altijd een actueel medicatieoverzicht aanwezig is bij elke patiënt.  Elke behandelaar die zorg gaat verlenen start met de toetsing of hij het meest recente medicatieoverzicht heeft en verifieert deze met de patiënt. Na behandeling registreert hij de eventuele wijzigingen en geeft het medicatieoverzicht door aan de volgende zorgverlener en aan de patiënt.

 

Met de verdere uitrol van de elektronische landelijke uitwisseling van gegevens zal dit medicatieoverzicht steeds meer online en dus automatisch beschikbaar zijn.

Zolang dat nog niet mogelijk is werken zorgverleners samen om de beschikbaarheid van het actueel medicatieoverzicht op de verschillende overdrachtsmomenten te verzorgen.

 

* * * * *

 

Auteur: Jill Pluijmaekers-Lemmens, Directeur Operationele Zaken bij ProPharma B.V.

ProPharma is een advies- en projectmanagementbureau voor zorgverleners in de eerstelijns gezondheidszorg, en is sinds november 2009 als kennisinstelling erkend door Agentschap NL.

ProPharma B.V. adviseert en begeleidt een aantal multidisciplinaire samenwerkingsverbanden bij het opstellen, implementeren en  uitvoeren van een (regionaal) protocol conform de conceptrichtlijn Overdracht van Medicatiegegevens.

ANH JANSEN 20-11-2010 15:32
EMD is op voorhand onbetrouwbaar als middel voor de medicatie overdracht. De patiënt kan allerlei zaken uit het dossier doen halen en er mag geen melding worden gemaakt van het feit dan het dossier niet kompleet is. Tevens is het EMD een virtueel kanaal dat los staat van de werkelijkheid: een verzekeraar stelt nu openlijk dat een apotheek maar generiek moet declareren om zijn substitutie target te halen om in aanmerking te komen voor een geringe verhoging van het minimum wmg tarief, maar mag afleveren wat de klant wenst en wat de betreffende verzekeraar ook is overeengekomen met de klant; De Medische Noodzaak verklaring in de ziektekostenpolissen. Een privaat contractueel recht. Hebben de koepels zich afgevraagd of er al een tarief is afgesproken waarvoor zorgverleners worden betaald voor het inklokken en afgeven van al die medicatie overzichten. Inclusief gefaxde. De spagaat voor de WGBO behandelaar die pas mag beginnen met zijn behandeling als hij zich heeft verzekerd van de actuele medicatie status is immens gezien de eis van de IGZ dat wijzigingen zo snel mogelijk maar zeker binnen 24 uur moeten worden doorgegeven. Met een Personal Medical Card, USB stick, iPhone depot e.d. is dit allemaal te ondervangen. Geen driedubbel werk en de patiënt is baas over eigen data. Sinds Volendam en Enschede zou Nederland niet meer gedogen. IGZ heeft slappe knieën en gaat akkoord met uitventen van eenmalige boete. De apotheekketens als Thio Pharma en Mediq weten daar wel raad mee; 'apotheken' met 3.500 of minder patiënten worden weer rendabel; 1 part time apotheker voor x apotheken? geen enkel probleem. Handhaven is sluiten. Gedogen is beboeten. En de KNMP is er blij mee? Een goed lobbyist weet het dan wel.
schuiringa 19-11-2010 15:54
Wat doet de IGZ met de internetapotheken ?.....................De pfizer apotheek..............................apotheken die niet met de dienstapotheken meedoen maar wel gebruik maken van de dienstapotheek.................................De ketenapotheken die geen apotheker hebben ingeschreven, maar werken met travelling apothekers die op het hoofdkantroor werken of uitzendapothekers die niets van de lege apotheek weten ?........................................De ketenapotheken die niet het volle KNMP tarief hoeven te betalen en daarmee de apotheek infrastructuur grote schede toebrengen....................................................Ketenapothekers met een 9-5 mentaliteit die niet in besturen willen zitten en daarmee de apotheek infrastructuur kapot maken...........................................De speciale preparaten die alleen via de Red Swannen worden gedistribueert worden en daarmee de economische draagvlakken van de openbare apotheken kapot maken zodat straks hele dorpen geen apotheek meer hebben...............................................................IGZ doe nu eindelijk eens werk waar Nederland echt iets aan heeft.

Blijf op de hoogte

Wilt u altijd op de hoogte blijven van de laatste veranderingen en nieuws over Farma-actueel? Vraag de nieuwsbrief aan door uw e-mailadres hieronder in te vullen.