Ons laatste Nieuws

De farmaceutische sector heeft stevige kritiek op het Nederlandse vestigingsklimaat en medicijnenbeleid. De focus op kosten zorgt voor een economisch onaantrekkelijk klimaat voor farmaciebedrijven en dat gaat uiteindelijk ten koste van zowel de patiënt als de Nederlandse economie. „Ik kan me niet voorstellen dat de sluiting van Organon daar niets mee te maken heeft.”

Het optreden van de Nederlandse regering rond de voorgenomen sluiting van de voormalige Organonbedrijven door moederbedrijf MSD schrikt volgens Andrew Oxtoby, managing director van de Nederlandse vestiging van de Amerikaanse farmaceut Eli Lilly, andere farmabedrijven af om hier te investeren.

„Organon had een prima reputatie, dus het wil wel wat zeggen als de eigenaar die vestigingen sluit en de activiteiten verplaatst naar een ander land. MSD had namelijk ook elders kunnen snijden”, aldus Oxtoby. „Je zou verwachten dat een overheid dan ingrijpt en een bedrijf iets aanbiedt om ze overtuigen dat ze moeten blijven.

Maar dat is niet gebeurd. Andere farmabedrijven die overwegen in Nederland te investeren, zullen daaruit hun conclusies trekken.”

Dat Eli Lilly zich zal melden voor de locatie in Oss, lijkt overigens uitgesloten. Het bedrijf dat in Nederland wel veel samenwerkt met artsen om medicijnen te beoordelen die in de testfase zijn, heeft hier geen onderzoekers die nieuwe middelen ontwikkelen zoals Organon deed. „Wij hebben vorig jaar aangekondigd wereldwijd 5500 arbeidsplaatsen te schrappen”, zegt Oxtoby’s baas, John Lechleiter. „Ons hoofd staat nu niet naar het openen van nieuwe vestigingen.”

Ook de ontwikkelingen rond de inkoop van medicijnen in Nederland baart Oxtoby zorgen. Verzekeraars zijn in zijn ogen te veel op de korte termijn kosten gericht. „Als er in Nederland wordt beslist over het al dan niet vergoeden van een bepaald medicijn, wordt nog wel eens vergeten de gezondheidswinst door medicijngebruik mee te rekenen. Dat scheelt uiteindelijk ook weer in de kosten die er in de toekomst moeten worden gemaakt, doordat mensen dankzij die medicijnen minder vaak weer in het ziekenhuis belanden”, zegt Oxtoby.

Eli Lilly staat niet alleen in zijn kritiek. In het rapport ’penny wise, pound foolish’ dat vandaag verschijnt, betoogt strategisch adviesbureau Roland Berger dat het huidige medicijnbeleid op korte termijn weliswaar forse besparingen oplevert, maar dat op lange termijn de Nederlandse patiënt van deze verkeerde zuinigheid de dupe is.

De kritiek richt zich vooral op het preferentiebeleid voor patentloze medicijnen dat verzekeraars enkele jaren geleden invoerden. Dat komt erop neer dat verzekeraars mogen bepalen welke leverancier er wordt gekozen als er keuze is tussen diverse pillen met exact dezelfde werkzame stof. Voorheen was die keuze aan de apothekers.

De resultaten daarvan zijn spectaculair. De prijzen voor de meest verstrekte patentloze medicijnen zijn na de invoering van het preferentiebeleid met gemiddeld 85% gedaald. Dat komt doordat er niet meer wordt gekozen voor de medicijnen die de apotheek het meest opleveren, maar voor de middelen die voor de verzekeraar het goedkoopst zijn. Dat raakt met name de apothekers en de producenten van geneesmiddelen in de portemonnee.

Op termijn wordt Nederland door het zuinige vergoedingsbeleid en de ellenlange procedures voordat medicijnen voor vergoeding in aanmerking komen, onaantrekkelijk om nieuwe producten snel op de markt te brengen, waarschuwt Roland Berger. Daardoor gaan de gezondheidswinst en de kostenbesparingen door de nieuwe medicijnen aan onze neus voorbij.

Volgens Casper Veenman, een van de schrijvers van het rapport, is het niet ondenkbaar dat de sluiting van de Organon-faciliteiten in Oss te maken heeft met de bejegening die de farmaceutische industrie hier ten deel valt. „Ik heb ze er niet over gesproken, maar ik kan me niet voorstellen dat het niets met elkaar te maken heeft”, zegt hij.

De position paper van Roland Berger komt overigens niet uit een helemaal onpartijdige hoek. Hoewel de namen van de opdrachtgevers nergens genoemd staan, zitten er wel degelijk drie grote farmaceuten en een apothekersgroothandel achter het rapport: MSD, GSK, Teva en Mediq. De kritiek in het rapport richt zich vooral op maatregelen die ten koste gaan van de farmaceutische sector.